Related by context. Frequent words. (Click for all words.) 86 daar 82 goed 81 jaar 81 jy 79 gaan 79 geen 78 hebben 77 weer 77 maar 76 zal 76 worden 75 voor de 75 kunnen 75 naar 75 niet 75 uit 74 gaat 74 deze 74 bij 74 vir 74 så 74 spel 74 kom 74 jou 73 aan 73 andere 73 zijn 73 dus 73 heeft 72 steht 72 nou 72 dann 72 hier 71 gibt es 71 vier 71 nieuwe 71 jetzt 71 programma 71 wieder 70 wordt 70 eller 70 não 70 schon 70 från 70 noch 70 är 69 geht 69 drei 69 communiqué de presse 69 ikke 69 sind 69 damit 69 alles 69 bereits 69 están 69 voor 68 van het 68 soll 68 le le 68 meer 68 kann 68 estos 68 dit 68 será 68 kan 68 dieser 67 ce que 67 bekannt 67 esto 67 wurden 67 zo 67 kommt 67 bei der 67 pueden 67 aquí 67 lange 67 marilyn.gerlach @ thomson.com mog 67 aber 67 mit dem 67 weiter 67 aan de 67 wir 66 selbst 66 que las 66 todos los 66 mit der 66 debe 66 haar 66 ook 66 se en 66 cael ei 66 een 66 alastair.reed @ thomson.com ar 66 ha sido 66 hacer 66 este 66 zwei 66 ist ein 66 nie 66 y que 66 ihrer